Begroting 2021

Overzichten

Algemene uitkering en overige uitkeringen gemeentefonds

Wat mag het thema kosten?

Financiële toelichting

Jaarlijks ontvangt Nissewaard via de algemene uitkering uit het gemeentefonds compensatie voor de verwachte loon- en prijsontwikkelingen (LPO). Omdat onze begroting in constante prijzen (excl. LPO) wordt geraamd, wordt de meerjarige LPO bij de raming van de algemene uitkering buiten beschouwing gelaten. Immers, wanneer de verwachte LPO voor 2022 reeds als beschikbare ruimte bij de voor de begroting 2021 – 2024 wordt betrokken, is er bij het opstellen van de begroting 2022 – 2025 geen ruimte meer om de LPO 2022 te kunnen dekken.
Dit neemt niet weg dat er wel inzicht gegeven kan worden in de LPO die de komende jaren via de algemene uitkering verwacht wordt. Ten behoeve van dit inzicht is vanaf de begroting 2019 – 2022 de algemene uitkering inclusief de LPO voor de komende jaren geraamd. Deze LPO wordt vervolgens geparkeerd op een stelpost ter dekking van de verwachte loon- en prijsstijgingen bij de komende begrotingen. In bovenstaand overzicht staat de geraamde LPO onder ‘lasten’.

De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Volgens het systeem van ‘samen de trap op en samen de trap af’ hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van het gemeentefonds en daarmee de algemene uitkering. De jaarlijkse toename of afname van het gemeentefonds, voortvloeiend uit de ‘trap op, trap af’ methode wordt het accres genoemd. Andere factoren die bepalend zijn voor de groei of krimp van het gemeentefonds zijn taakmutaties en inflatie.
Als onderdeel van het compensatiepakket Coronamaatregelen zijn de VNG en de Fondsbeheerders overeengekomen de accressen 2020 en 2021 te fixeren op de stand van deze meicirculaire 2020. Bevriezen komt tegemoet aan de wens voor rust en stabiliteit van het gemeentefonds. Punt van aandacht is hoe gemeenten straks in 2022 weer gaan instappen in de ‘samen de trap op, samen de trap af’ systematiek. Na de fixatie van het accres in de jaren 2009 t/m 2011 viel 2012 in het nadeel uit van de gemeenten. De VNG is er alert op.

Voor de begroting 2021 is uitgegaan van de informatie uit de meicirculaire 2020 van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Hierover bent u al separaat geadviseerd. De overige uitkeringen uit het gemeentefonds worden veelal verdeeld met behulp van aparte verdeelmodellen of met vaste bedragen.

De baten uit het gemeentefonds zijn in 2021 € 3,7 miljoen lager begroot dan in 2020. Voor een groot deel ad € 2,2 miljoen is dit te wijten aan de eenmalige baten in 2020 ter compensatie van de Coronacrisis. Het verschil is als volgt opgebouwd:

"-" = nadeel

2021 (stand meicirculaire 2020)

166.314.931

2020 (stand junibrief 2020 Corona)

169.998.179

Resultaat

-3.683.248

3D Sociaal domein

Participatie (IU)

-418.218

Decentralisatie-uitkeringen

Compensatie toeristen- en parkeerbelasting

-428.000

Maatschappelijke opvang en OGGz

-676.961

Vrouwenopvang

-97.931

Voorschoolse voorziening peuters

-38.433

Taakmutaties

Lokale culturele voorzieningen

-279.230

Inhaalzorg en meerkosten Jeugdzorg

-176.847

Inhaalzorg en WMO 2015

-61.478

Subtotaal Compensatiepakket coronacrisis

-2.177.098

3D IU sociaal domein

-5.718.594

IU/DU/SU

-372.058

Maatstafgewicht / hoeveelheidsverschillen

835.359

Uitkeringsfactor / accres

3.786.703

WOZ-waarde mutaties

-37.560

Subtotaal 'reguliere' verschillen

-1.506.150

Totaal

-3.683.248

Toelichting
Compensatiepakket coronacrisis
In de meicirculaire 2020 over het gemeentefonds werd al aangekondigd dat er voor de publicatie van de septembercirculaire 2020 een brief zou komen over het eerste compensatiepakket aan gemeenten voor de coronacrisis. Dit pakket bestrijkt  de maanden maart, april en mei 2020. Het gaat dan om de verdeling van middelen die via het gemeentefonds lopen. Daar vallen dus niet onder de declaraties die instellingen kunnen indienen bij het Tijdelijk Steunfonds voor Lokale Informatievoorziening. Ook de inkomensvoorziening en uitvoeringskosten van de zogenaamde Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO) valt er niet onder, daar is een specifieke uitkering voor. Datzelfde geldt voor de beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer. Wel gaat via het gemeentefonds lopen de noodopvang voor kinderen van ouders in een cruciaal beroep alsmede de inkomstenderving voor de eigen bijdrage WMO (met name huishoudelijk hulp). De verdeling daarvan is thans nog niet bekend en zal in de komende septembercirculaire 2020 worden gepubliceerd.
De verdeling van het compensatiepakket geschiedt via reguliere maatstaven en via IU/DU’s . Het zijn allemaal eenmalige bedragen. De DU Toeristen-  en parkeerbelasting is nieuw. Deze is afgeleid van de raming in de begroting 2020. De andere zijn bestaande IU/DU’s.

3D integratie-uitkering sociaal domein
Beschermd wonen
Ten opzichte van 2020 is de IU Beschermd wonen met ingang van 2021 substantieel verlaagd met € 4.584.297. Belangrijkste oorzaak hiervan is de overheveling van patiënten met een psychische stoornis naar de Wet Langdurige Zorg. Deze uitname is naar verwachting budgettair neutraal omdat de daarmee verband houdende lasten eveneens wegvallen.

Participatie
In 2020 wijzigt de omvang van de integratie-uitkering Participatie door de toevoeging  van de LPO 2020. Dat is (landelijk) € 63,5 miljoen in 2020 en in 2021 € 61,6 miljoen. Naast de kleine lokale mutaties verklaart dat het nadelige verschil van € 212.000.

Voogdij/18+
Bij de IU Voogdij/18+ is er net zoals bij Beschermd wonen een forse uitname ten opzichte van 2020 te weten € 922.226. Dit is het gevolg van minder gerealiseerde zorgdagen in 2019, het referentiejaar voor 2021 (t-2).

IU/DU/SU
Dit betreft een saldo van decentralisatie-uitkeringen en 1 integratie-uitkering. De voornaamste zijn:

  • Schulden en armoede (DU -€ 108.892);
  • Maatschappelijke begeleiding statushouders (DU -€ 73.470);
  • Vrouwenopvang (DU € 67.153);
  • Verhoging taalniveau statushouders (DU -€ 98.472);
  • Kerkenvisies (DU -€ 50.000);
  • Deltaprogrammering Ruimtelijke adaptie (DU -€ 79.264) en
  • Inburgering (IU -€ 33.145)

Maatstafgewichten / hoeveelheidsverschillen
De groei of krimp van de algemene uitkering wordt vaak met behulp van de uitkeringsfactor doorgerekend. Wanneer er echter sprake is van een zogenaamde taakmutatie vindt de verdeling van deze middelen plaats met behulp van aanpassing van de maatstafgewichten. Deze mutaties hebben geleid in 2021 tot een positief saldo van € 538.586 ten opzichte van 2020.
Bij hoeveelheidsverschillen gaat het over mutaties in de lokale aantallen. Bij ongeveer 30 maatstaven zijn de aantallen gewijzigd. De mutaties met het grootste financiële effect zijn 'Aantal inwoners' en 'Medicijngebruik met drempel'.

Uitkeringsfactor / accres
Voor het positieve saldo van € 3.786.703 liggen vele mutaties aan ten grondslag. Deze zijn veelal technisch van aard. De belangrijkste zijn:

  • Accres ontwikkeling
  • Ontwikkeling uitkeringsbasis
  • Plafond BTW-compensatiefonds
  • Afronding / correctie uitkeringsfactor
  • Ontwikkeling subclusters sociaal domein
  • Inhouding verdeelreserve

WOZ-waardemutaties
Door de stijging van de waarde van woningen en de verlaging van het rekentarief resteert er een nadeel van € 37.560.

Herijking verdeling Gemeentefonds
De fondsbeheerders werken samen met de VNG aan een herijking van de verdeling van het gemeentefonds. Er wordt apart gekeken naar de verdeelmodellen van het sociaal domein en naar de overige 'klassieke' onderdelen van het fonds. De nieuwe verdeling is voorzien in 2022. Gemeenten worden uiterlijk in de decembercirculaire 2020 geïnformeerd.

Deze pagina is gebouwd op 12/07/2020 09:43:11 met de export van 12/07/2020 09:38:30